Belle époque villa’s
De wereldtentoonstellingen van 1855, 1878 en 1900 in Parijs waren een echte inspiratiebron voor architecten. Bij deze internationale evenementen toont elk land het aanzien van zijn vakkennis op het gebied van handel, industrie en schone kunsten.
Dankzij de industrialisatie van productiemethodes konden er nieuwe materialen worden gebruikt zoals terracotta gevelversieringen voor herenhuizen.
De terracotta gevelversieringen waren tussen 1880 en 1930 een grote trend. Ze werden door architecten gebruikt om gevels op maat te maken en een sociale klasse te laten zien.
Twee bekende fabrieken voor terracotta gevelversieringen zijn: de fabriek van Brault et Gilardoni en de fabriek Hippolyte Boulenger et Compagnie, beiden gevestigd in Choisy-le-Roi (Val-de-Marne). Gevelversieringen uit deze fabrieken zijn terug te vinden in de wijk langs het strand van Mers-les-Bains.
Diepe percelen met smalle gevels hebben hier geleid tot villa’s met verdiepingen, diverse versieringen, en dubbele of driedubbele villa’s ontworpen door dezelfde architect.
Er zijn dan ook talloze stijlen van villa’s te vinden: klassiek en neoklassiek in de wijken bij de rotsen, maar ook Anglo-Normandisch, neo-renaissance, Art Nouveau, chalet, Moors, Art Deco, Vlaams, middeleeuws, gotisch, oosters, barok,…
Daken, loggia’s, portieken, bow-windows, erkers, torentjes, versierde balkons, kleurrijke gevels, terracotta gevelversieringen, …
Het meest gebruikte materiaal is baksteen. Het is hier en daar zichtbaar, maar vaak bedekt met witkalk of stucwerk. Bij recente renovaties wordt het baksteen weer naar boven gehaald, en komen motieven tevoorschijn als damborden of geometrische vormen. De daken zijn hoofdzakelijk van leisteen.